zondag 3 december 2017

Teksten over de doop

Matteüs 28:19-20 
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.

Marcus 16:16 
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.

Lucas 3: 15-16, 21-22
Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de Messias was, maar Johannes zei tegen hen: “Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur...
Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer 30 jaar was.

Johannes 1:33
Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: 'Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.'

Johannes 3:5
“Hoe kan iemand geborden worden als hij al oud is?” vroeg Nikodemos. “Hij kan toch niet voor een tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?”
Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.’

Johannes 3:26,30
(Leerlingen van Johannes tegen Johannes) “Rabbi, de mand ie bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!...
(Antwoord Johannes) “Hij moet groter worden en ik kleiner”.

Johannes 4:1-3
Toen Jezus hoorde dat aan de Farizeeën verteld werd dat hij meer leerlingen maakte en er meer doopte dan Johannes, verliet hij Judea en ging weer naar Galilea.

Handelingen 2:38,41
Petrus antwoordde: 'Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.'...
Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zicht dopen: op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend.

Handelingen 8:34-38
De eunuch vroeg aan Filippus: “Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?” Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Onderwerg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: “Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?” “Als je gelooft met heel je hart, is het toegestaan”. Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte.

Handelingen 16:32-33
Ze verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan iedereen die bij hem woonde. Hoewel het midden in de nacht was, nam hij hen mee en maakte hun wonden schoon. Meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten gedoopt.

Handelingen 18:8
En veel Korinthiërs die Paulus hadden gehoord gingen over tot het geloof en lieten zich dopen.

Handelingen 22:16 
Ananias zei tegen Saulus: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen om je zijn wil bekend te maken, om de Rechtvaardige te zien en hem te horen spreken, want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen verkondigen wat je gezien en gehoord hebt. Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept.

Romeinen 6:3-7
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? Wij zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen zij ook delen in Zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is wettelijk vrij van de zonde.

1 Korintiërs 12:13
Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn.

Galaten 3:26-27 
Want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.

Kolossenzen 2:12
Toen u gedoopt werd, bent u immers met hem begraven, en met hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft opgewekt.

1 Petrus 3:21 
In de ark werden slechts ankele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered. De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus.
Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

vrijdag 1 december 2017

Wanneer ben je klaar voor de doop?


De vraag van veel in de kerk opgegroeide tieners en jong-volwassenen is "Wanneer ben ik er klaar voor om me te laten dopen?". Hierin hoor ik vaak de angst of ze al goed genoeg zijn, of ze niet nog te veel zonde doen. "Is het hypocriet om je te laten dopen als je er nog zonden zijn waar je maar niet vanaf komt?"

Wat we denken over de doop wordt gevormd door twee verschillende dingen. Ten eerste door wat we om ons heen zien, en ten tweede door wat we erover leren uit de bijbel. Laten we naar allebei kijken.

Wat wij soms denken over de doop (maar wat niet klopt)

Regelmatig is er een doopdienst waarin we getuigenissen horen van de dopelingen. Deze vertellen vaak over hoe ze de volgende stap willen zetten in het geloof door zich te laten dopen. Het zijn vaak mensen die al maanden, zo niet jaren, in Jezus geloven en naar de kerk komen. "Waarom laten ze zich nú dopen, vraag je je af? Ze zullen nu wel goed genoeg christen zijn, en hiervoor nog niet. Waarom zijn ze nu wel goed genoeg? Misschien dat ze veel zijn gegroeid en erg stevig in het geloof staan."
Je kijkt dan nog even goed naar jezelf en bedenkt wat je allemaal nog fout doet; hoe je soms nog roddelt en niet zo makkelijk anderen over Jezus vertelt. "Ik zal er vast nog niet klaar voor zijn", denk je dan misschien.
Dit is wat er veel, verkeerd, gedacht wordt in de kerk:


Er wordt door velen (misschien onbewust) gedacht dat je jezelf christen mag noemen als je redelijk enthousiast bent voor Jezus, en al minder zonde doet dan voordat je tot geloof kwam. Als je dan doorgroeit in het geloof, kun je wat hoger komen in het plaatje (minder zonden doen) en meer naar rechts (iets radicaler worden). Dan ben je op een gegeven moment klaar om je te laten dopen.
Er is alleen 1 probleem met dit plaatje: Het is niet wat de bijbel zegt! Daar vergissen we ons dus soms in.

Wat de bijbel zegt over wanneer je klaar bent voor de doop

Wat zegt de bijbel er dan over? In de bijbel staat alles uitgelegd over de oorsprong van de doop, en wat het precies betekent. Hier gaat het natuurlijk om, wat de bijbel erover zegt, en niet wat anderen zeggen! Maar het lastige is dat de bijbel alleen maar schrijft over mensen die nét tot geloof zijn gekomen, daarvoor nog nooit van Jezus hadden gehoord en niet in de kerk zijn opgegroeid. Dan is het soms lastig dit te vertalen naar jou zelf in de 21e eeuw, misschien wel opgegroeid in de kerk. Toch kunnen we hierin lezen wanneer je klaar bent voor de doop.
Ook staat er wanneer je eigenlijk een christen bent, Jezus stelt namelijk eisen om een leerling van Hem te kunnen zijn. Het gekke is dat die twee vlakken, christen zijn en klaar zijn om je te laten dopen, precies op dezelfde plek zitten volgens de bijbel. Kijk:


Je bent Christen als je in Jezus gelooft, 100% voor Hem leeft en alles voor Hem over hebt. Het maakt niets uit of je nog heel veel moet leren, moet stoppen met schelden, porno kijken, roddelen. Als je dat maar wil veranderen en daar je best voor doet omdat Jezus dat van je vraagt. 
In Luc 14:25-35 zegt Jezus namelijk: 
Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn.  
... Wie niet zijn kruis draagt en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn. 
... Wie geen afstand wil doen van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn!
Alle ergste zondaars die zich aan Jezus overgaven, waren welkom! (denk aan Zacheüs) 
Het gaat er dus niet om hoe perfect je al leeft, alleen om of je Jezus belangrijker vindt dan al het andere in je leven.

In het volgende stuk kunnen we lezen hoe lang en hoe goed christen je moet zijn voordat die zich laat dopen:
Een reiziger was het oude testament aan het lezen en vroeg aan Filippus: “Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?” Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Onderwerg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de reiziger zei: “Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?” “Als je gelooft met heel je hart, is het oké”. Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de reiziger, waarna Filippus hem doopte.

Ben jij al klaar om je te laten dopen?


Beantwoord nu deze 2 vragen:
  • Hoe lang was die reiziger al christen toen hij zich liet dopen?
  • Hoe perfect leefde hij al?
Het antwoord is dat hij nog geen dag geloofde. Daarom heeft hij geeneens tijd gehad om een beter christen te worden! Hij geloofde in Jezus "met heel zijn hart" en dat is genoeg!
Denk je dat hij na z'n doop nog zondigde? Ik weet zeker van wel. De doop is namelijk eigenlijk je geboorte als christen. Pas na je geboorte hoef je te groeien. Zeggen dat je van je zonde af moet zijn voordat je je laat dopen is hetzelfde als zeggen dat een baby pas geboren mag worden wanneer hij kan lopen en praten. Je hoeft je dus ook geen zorgen te maken dat je perfect moet leven nadat je gedoopt bent, want dat kan niemand behalve Jezus zelf.

Ben jij al klaar om je te laten dopen? Onthoud deze dingen van het verhaal:
  • De doop is niet een volgende stap in het geloof; het is je christelijke geboorte! Dit is stap 1 en dat kan dus al 1 minuut na je bekering
  • Het maakt niet uit hoeveel je nog fout doet, als je maar je best doet in alles meer te gaan lijken op Jezus
  • De voorwaarde is dat je met heel je hart gelooft in Jezus en alles voor hem over hebt.
Als je alles voor Jezus over hebt, kan geen zonde je ervan weerhouden om je te laten dopen.

Wil je graag meer bijbelteksten lezen over de doop? Kijk dan even hier

Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

zaterdag 29 juli 2017

Hemelpunten scoren

Ben jij afgelopen zondag naar de kerkdienst geweest? Ja? Dat zijn dan 10 hemelpunten! Tenzij je een taak op het podium had natuurlijk, want dat telt als een verdubbelaar. Of als je de toiletten hebt schoongemaakt, zonder dat je daarvoor de eer krijgt, dan krijg je maar liefst 30 hemelpunten!
Maar o wee als je een weekendje weg bent en niet naar een dienst gaat... Dan krijg je zelfs min-hemelpunten. Nouja, zolang je nog genoeg punten over hebt van je vrijwilligerswerk en evagelisatie.

Ik maak er wel eens grapjes over als iemand iets goeds doet of ergens een steekje laat vallen, dat dit z'n hemelpunten balans beïnvloedt. Alsof je genoeg punten nodig hebt om de hemel in te mogen, maar dat is natuurlijk onzin zoals we weten.

Gered door genade, geloof of daden?

Onze God is juist zo uitzonderlijk doordat Hij niet van ons verwacht dat we tenminste 10.000 punten scoren om de hemel in te mogen. Alle andere "goden" eisen een goed genoeg leven op aarde om je hemelticket te verdienen, wat dus betekent dat aanhangers van zulke religies nooit de zekerheid hebben van eeuwig leven. Een christen mag zeker zijn dat zijn/haar redding niet afhankelijk is van de hoeveelheid gescoorde punten. Denk bijvoorbeeld aan de moordenaar aan het kruis naast Jezus. Eén erkenning dat Jezus de zoon van God is, en een berouw om zijn leven was genoeg om genade te krijgen.

Er zijn veel teksten te vinden over onze redding. Als je handig knipt kun je zelfs verdedigen dat de genade van God, door Jezus, op ieder mens geforceerd wordt en dat iedereen eeuwig leven heeft. Ook als je niets van Jezus moet hebben. Maar als je alle teksten erbij pakt is het heel duidelijk dat andere aspecten nodig zijn, zoals bekering, geloof en ja, zelfs daden! Wat ik als totaalplaatje over onze redding lees in het nieuwee testament is dit:
Gods genade, door Jezus, is beschikbaar voor iedereen. Deze genade redt je als je gelooft in Jezus en je bekeert van je oude leven. Of je geloof echt is zal blijken door je daden.
Je kunt dit lezen in onder andere Ef 2:5-10, Rom 5:1-2, Joh 3:16 en 6:40, Rom 9:30-32, Gal 2:16, Heb 11, Jak 2:14-26
In ieder geval hebben hemelpunten niets te maken met of je gered bent of niet.

Hemelpunten zijn bijbels

Is het idee van hemelpunten scoren dan helemaal onzin? Dat denk ik niet. Onze eeuwigheid is meer dan óf hemel óf hel. Het is niet alleen "geslaagd" of "gezakt" maar er zijn verschillende gradaties in het geslaagd zijn. De bijbel spreekt over dat er in de eeuwigheid verschillen zijn in positie. Als de Koning terugkomt zal de ene worden aangesteld over 1 stad en de ander over 10 steden (Luk 19). Ook in een brief van Paulus komt duidelijk naar voren dat je met de hakken over de sloot de eeuwigheid kan binnenkomen, of met een prachtig bouwwerk, en dat God je in de eeuwigheid beloont naar je daden.
Het is niet belangrijk wie plant of wie begiet; alleen God is belangrijk, want hij doet groeien. Wie plant en wie begiet hebben hetzelfde doel, al worden ze ieder apart beloond overeenkomstig de moeite die ze zich hebben gegeven. Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt - Jezus Christus zelf. Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zalhij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.
We moeten heel duidelijk hebben dat "daden" goed zijn, en nodig zelfs voor de christen. Maar goede daden brengen je niet in de hemel! God beloont je er voor in de eeuwigheid.
Wat we kunnen leren van 1 Kor 3 is dit:

  • God beloont je voor wat je hebt gedaan voor Hem, voor je inspannigen, niet je resultaat.
  • Zolang Christus je fundament is, overleef je de dag van het oordeel.
  • Alles wat je hebt gedaan wordt door Gods vuur gehaald. Wat eeuwigheidswaarde heeft, neem je mee in de hemel. De rest verbrandt.
  • Je zult de prijs betalen als het bouwwerk van je leven grotendeels affikt: als je wel gelooft, maar weinig moeite hebt gegeven voor Gods koninkrijk. Je betreedt de eeuwigheid smeulend en met de hakken over de sloot.
  • Je wordt beloond als het bouwwerk van je leven blijft staan.
Is Christus het fundament van je leven dan is dat fantastisch! Maar een fundament is nog geen huis. Je bent nog lang niet klaar, maar juist nét begonnen! Nu je op weg bent naar je redding staat je een geweldige taak te doen. Hemelpunten scoren voor Jezus en het Koninkrijk! Niet om gered te worden, maar omdat je al in je redding staat! Nu wil je leven naar het doel waar Hij je voor heeft gemaakt! Om de daden te doen die Hij tevoren heeft klaargelegd voor ons (Ef 2:10). Als je goed om gaat met wat je nu toevertrouwd wordt in dit leven, zal je in de eeuwigheid ook met veel toevertrouwd worden. En let wel, het gaat er hierbij niet om of alles lukt, maar of je je best doet voor God! Zoals mijn vader altijd tegen mij zei: Ik ben veel trotser op je als je een 5 voor de toets haalt na uren leren dan wanneer je een 8 haalt zonder er iets voor te doen. Ik ben er van overtuigd, door de bijbel, dat God diezelfde houding heeft naar Zijn kinderen.

Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

donderdag 13 juli 2017

Als klei in de hand van de pottenbakker

De bijbel spreekt regelmatig over het feit dat God mensen voorbestemt. Romeinen 9 is een berucht hoofdstuk hierover. Er staat dat God zijn geweldige glorie bekend wil maken aan de mensen. Daarom is Hij genadig voor degenen die Hij ertoe bestemd heeft te delen in Zijn glorie. God had Saulus uitgekozen omdat Hij hem wilde gebruiken als werktuig om het evangelie te verspreiden onder de niet-joden.
Aan de andere kant heeft God ook slechte bestemmingen voor andere mensen gepland. Er staat bijvoorbeel dat Judas bestemd was verloren te gaan en dat God de Farao verhardde.
Het woord "voorbestemd" of "uitverkiezing" an sich wekte bij mij al een vervelend gevoel op. Zou God dan echt sommigen voorbestemmen om verloren te gaan? Moet je gewoon mazzel hebben dat God je wél uitkiest om gered te worden? Maakt het dan niet uit wat wij kiezen? Er zijn zelfs christenen die hieruit concluderen dan de mens geen enige invloed heeft op of hij wel of niet gered wordt. We hebben dan geen vrije wil, als voorgeprogrammeerde apparaten wiens leven al vastligt voordat het begon...

Romeinen 9 is zo'n lastig hoofdstuk over uitverkiezing / voorbestemd zijn. Er wordt gesproken over de Farao, wie God verhardde om iedereen op aarde te laten zien wie Hij is. De vraagt die Paulus stelt, en beantwoordt, is dan: Waarom roept God mensen dan nog ter verantwoording als Hij de gene is die barmhartig is voor wie Hij wil? Het eerste antwoord van de bijbel is: "Wie denk je wel niet dat je bent om iets tegen God en Zijn besluiten in te brengen?" Oké, fair enough. Dat zou genoeg moeten zijn voor ons. Maar toch... het is niet écht een antwoord op de vraag hè?
Gelukkig geeft God nog een antwoord, iets uitgebreider. Paulus wijst in Romeinen 9 terug naar Jeremia 18. Daar is de sleutel te vinden tot dit antwoord. Het is het verhaal van de klei in de hand van de pottenbakker, zoals voor velen bekend uit de liedjes.
Het woord, dat van de Here tot Jeremia kwam: Maak u op, daal af naar het huis van de pottenbakker, en daar zal Ik u mijn woorden doen horen. Toen daalde ik af naar het huis van de pottenbakker, en zie, hij was juist bezig een werkstuk te maken op de schijf. Mislukte de pot die hij bezig was te maken, zoals dat gaat met leem in de hand van de pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een andere pot, zoals het de pottenbakker goed dacht te maken. Toen kwam het woord des Heren tot mij: Zal Ik niet met u kunnen doen zoals deze pottenbakker, o huis Israëls? luidt het woord des Heren. Zie, als leem in de hand van de pottenbakker, zo zijt gij in mijn hand, huis Israëls! Het ene ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal uitrukken, afbreken en verdelgen; maar bekeert zich dit volk waarover Ik een uitspraak deed, van zijn boosheid, dan zal Ik berouw hebben over het kwaad dat Ik hun dacht aan te doen. Het andere ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal bouwen en planten; maar, doet het wat kwaad is in mijn ogen door niet naar mijn stem te horen, dan zal Ik berouw hebben over het goede waarmede Ik had gezegd hun te zullen weldoen. Nu dan, zeg toch tot de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem: Zo zegt de Here: zie, Ik bereid rampspoed over u en beraam tegen u een plan; bekeert u toch een ieder van zijn boze weg en betert uw handel en wandel. Doch zij zeggen: Het baat niet, want wij zullen onze eigen gedachten volgen en een ieder naar de verstoktheid van zijn boos hart handelen.
Hierin liggen denk ik 2 belangrijke lessen in. De eerste is dat God ons vormt naar wat Hij heeft besloten. Wij kunnen geen prachtig kunstwerk van onszelf maken. God heeft alle recht met ons te doen wat Hij wil. Maar dat is niet het hele verhaal. Het tweede is heel bijzonder: Of de pottenbakker van ons een prachtige vaas maakt, of een lompe pot, dat is aan ons! Er staat zelfs dat God berouw zal hebben over wat hij eigenlijk van plan was wanneer wij onze houding naar Hem veranderen. Dan zal Hij onze bestemming veranderen. God wil van iedereen een kunstwerk maken, zoals Hij besluit hoe dat er dan uit ziet. Maar keren we ons tegen Hem, dan mislukt de vaas en maakt hij van ons iets grofs, wat Hij op een andere manier gebruikt. Bijvoorbeeld om Zijn boosheid te laten zien. De farao was arrogant en hard, daarom was hij een perfect middel voor God om Zijn macht te laten zien! Sterker nog, God verhardde zijn hart nog verder om de keuze van de farao verder uit te werken voor Zijn doel. De farao was geen hulpeloos slachtoffer van een boze God, maar hij koos hier zelf voor door zijn eigen hartsgesteldheid.
Andersom geldt het ook gelukkig! Volken en mensen die Hij bestemd heeft voor de ondergang kunnen nog gered worden als ze zich bekeren. Onze voorbestemming ligt niet vast, het wordt aangepast op basis van onze hartsgesteldheid.

Deze vergelijking over de klei en de pottenbakker houdt, zoals alle vergelijkingen, ergens op. Dat wij als klei zijn betekent niet dat we lijdzaam het werk van de pottenbakker moeten ondergaan. Wij zijn klei die zelf mag beslissen of we worden wat de pottenbakker heeft bedacht, of niet. Als het kunstwerk mislukt, ligt dat niet aan de Pottenbakker...
God bestemt mensen voor, maar Hij laat ons de vrije keuze of we die bestemming bereiken.

Wat wij moeten doen is kneedbaar zijn, that's it! God zál je maken tot wat Hij voor jou bedacht heeft. Als je meewerkt en gehoorzaam bent. Wees zacht en kneedbaar, en wees bereid te veranderen in je overtuigingen. Keer terug naar onze Pottenbakker voor een make-over als je deuken oploopt door ongehoorzaamheid. Hij zal je dan weer omvormen naar wat het beste voor je is.

Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

Liefde voor je naaste als jezelf (Liefde deel 3/4)

We zijn deze serie over liefde begonnen (link) met het opbouwen van een definitie. Hierin stelden we dat liefde is...:  "Ik kies te do...