zaterdag 29 juli 2017

Hemelpunten scoren

Ben jij afgelopen zondag naar de kerkdienst geweest? Ja? Dat zijn dan 10 hemelpunten! Tenzij je een taak op het podium had natuurlijk, want dat telt als een verdubbelaar. Of als je de toiletten hebt schoongemaakt, zonder dat je daarvoor de eer krijgt, dan krijg je maar liefst 30 hemelpunten!
Maar o wee als je een weekendje weg bent en niet naar een dienst gaat... Dan krijg je zelfs min-hemelpunten. Nouja, zolang je nog genoeg punten over hebt van je vrijwilligerswerk en evagelisatie.

Ik maak er wel eens grapjes over als iemand iets goeds doet of ergens een steekje laat vallen, dat dit z'n hemelpunten balans beïnvloedt. Alsof je genoeg punten nodig hebt om de hemel in te mogen, maar dat is natuurlijk onzin zoals we weten.

Gered door genade, geloof of daden?

Onze God is juist zo uitzonderlijk doordat Hij niet van ons verwacht dat we tenminste 10.000 punten scoren om de hemel in te mogen. Alle andere "goden" eisen een goed genoeg leven op aarde om je hemelticket te verdienen, wat dus betekent dat aanhangers van zulke religies nooit de zekerheid hebben van eeuwig leven. Een christen mag zeker zijn dat zijn/haar redding niet afhankelijk is van de hoeveelheid gescoorde punten. Denk bijvoorbeeld aan de moordenaar aan het kruis naast Jezus. Eén erkenning dat Jezus de zoon van God is, en een berouw om zijn leven was genoeg om genade te krijgen.

Er zijn veel teksten te vinden over onze redding. Als je handig knipt kun je zelfs verdedigen dat de genade van God, door Jezus, op ieder mens geforceerd wordt en dat iedereen eeuwig leven heeft. Ook als je niets van Jezus moet hebben. Maar als je alle teksten erbij pakt is het heel duidelijk dat andere aspecten nodig zijn, zoals bekering, geloof en ja, zelfs daden! Wat ik als totaalplaatje over onze redding lees in het nieuwee testament is dit:
Gods genade, door Jezus, is beschikbaar voor iedereen. Deze genade redt je als je gelooft in Jezus en je bekeert van je oude leven. Of je geloof echt is zal blijken door je daden.
Je kunt dit lezen in onder andere Ef 2:5-10, Rom 5:1-2, Joh 3:16 en 6:40, Rom 9:30-32, Gal 2:16, Heb 11, Jak 2:14-26
In ieder geval hebben hemelpunten niets te maken met of je gered bent of niet.

Hemelpunten zijn bijbels

Is het idee van hemelpunten scoren dan helemaal onzin? Dat denk ik niet. Onze eeuwigheid is meer dan óf hemel óf hel. Het is niet alleen "geslaagd" of "gezakt" maar er zijn verschillende gradaties in het geslaagd zijn. De bijbel spreekt over dat er in de eeuwigheid verschillen zijn in positie. Als de Koning terugkomt zal de ene worden aangesteld over 1 stad en de ander over 10 steden (Luk 19). Ook in een brief van Paulus komt duidelijk naar voren dat je met de hakken over de sloot de eeuwigheid kan binnenkomen, of met een prachtig bouwwerk, en dat God je in de eeuwigheid beloont naar je daden.
Het is niet belangrijk wie plant of wie begiet; alleen God is belangrijk, want hij doet groeien. Wie plant en wie begiet hebben hetzelfde doel, al worden ze ieder apart beloond overeenkomstig de moeite die ze zich hebben gegeven. Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God. Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt - Jezus Christus zelf. Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zalhij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.
We moeten heel duidelijk hebben dat "daden" goed zijn, en nodig zelfs voor de christen. Maar goede daden brengen je niet in de hemel! God beloont je er voor in de eeuwigheid.
Wat we kunnen leren van 1 Kor 3 is dit:

  • God beloont je voor wat je hebt gedaan voor Hem, voor je inspannigen, niet je resultaat.
  • Zolang Christus je fundament is, overleef je de dag van het oordeel.
  • Alles wat je hebt gedaan wordt door Gods vuur gehaald. Wat eeuwigheidswaarde heeft, neem je mee in de hemel. De rest verbrandt.
  • Je zult de prijs betalen als het bouwwerk van je leven grotendeels affikt: als je wel gelooft, maar weinig moeite hebt gegeven voor Gods koninkrijk. Je betreedt de eeuwigheid smeulend en met de hakken over de sloot.
  • Je wordt beloond als het bouwwerk van je leven blijft staan.
Is Christus het fundament van je leven dan is dat fantastisch! Maar een fundament is nog geen huis. Je bent nog lang niet klaar, maar juist nét begonnen! Nu je op weg bent naar je redding staat je een geweldige taak te doen. Hemelpunten scoren voor Jezus en het Koninkrijk! Niet om gered te worden, maar omdat je al in je redding staat! Nu wil je leven naar het doel waar Hij je voor heeft gemaakt! Om de daden te doen die Hij tevoren heeft klaargelegd voor ons (Ef 2:10). Als je goed om gaat met wat je nu toevertrouwd wordt in dit leven, zal je in de eeuwigheid ook met veel toevertrouwd worden. En let wel, het gaat er hierbij niet om of alles lukt, maar of je je best doet voor God! Zoals mijn vader altijd tegen mij zei: Ik ben veel trotser op je als je een 5 voor de toets haalt na uren leren dan wanneer je een 8 haalt zonder er iets voor te doen. Ik ben er van overtuigd, door de bijbel, dat God diezelfde houding heeft naar Zijn kinderen.

Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

donderdag 13 juli 2017

Als klei in de hand van de pottenbakker

De bijbel spreekt regelmatig over het feit dat God mensen voorbestemt. Romeinen 9 is een berucht hoofdstuk hierover. Er staat dat God zijn geweldige glorie bekend wil maken aan de mensen. Daarom is Hij genadig voor degenen die Hij ertoe bestemd heeft te delen in Zijn glorie. God had Saulus uitgekozen omdat Hij hem wilde gebruiken als werktuig om het evangelie te verspreiden onder de niet-joden.
Aan de andere kant heeft God ook slechte bestemmingen voor andere mensen gepland. Er staat bijvoorbeel dat Judas bestemd was verloren te gaan en dat God de Farao verhardde.
Het woord "voorbestemd" of "uitverkiezing" an sich wekte bij mij al een vervelend gevoel op. Zou God dan echt sommigen voorbestemmen om verloren te gaan? Moet je gewoon mazzel hebben dat God je wél uitkiest om gered te worden? Maakt het dan niet uit wat wij kiezen? Er zijn zelfs christenen die hieruit concluderen dan de mens geen enige invloed heeft op of hij wel of niet gered wordt. We hebben dan geen vrije wil, als voorgeprogrammeerde apparaten wiens leven al vastligt voordat het begon...

Romeinen 9 is zo'n lastig hoofdstuk over uitverkiezing / voorbestemd zijn. Er wordt gesproken over de Farao, wie God verhardde om iedereen op aarde te laten zien wie Hij is. De vraagt die Paulus stelt, en beantwoordt, is dan: Waarom roept God mensen dan nog ter verantwoording als Hij de gene is die barmhartig is voor wie Hij wil? Het eerste antwoord van de bijbel is: "Wie denk je wel niet dat je bent om iets tegen God en Zijn besluiten in te brengen?" Oké, fair enough. Dat zou genoeg moeten zijn voor ons. Maar toch... het is niet écht een antwoord op de vraag hè?
Gelukkig geeft God nog een antwoord, iets uitgebreider. Paulus wijst in Romeinen 9 terug naar Jeremia 18. Daar is de sleutel te vinden tot dit antwoord. Het is het verhaal van de klei in de hand van de pottenbakker, zoals voor velen bekend uit de liedjes.
Het woord, dat van de Here tot Jeremia kwam: Maak u op, daal af naar het huis van de pottenbakker, en daar zal Ik u mijn woorden doen horen. Toen daalde ik af naar het huis van de pottenbakker, en zie, hij was juist bezig een werkstuk te maken op de schijf. Mislukte de pot die hij bezig was te maken, zoals dat gaat met leem in de hand van de pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een andere pot, zoals het de pottenbakker goed dacht te maken. Toen kwam het woord des Heren tot mij: Zal Ik niet met u kunnen doen zoals deze pottenbakker, o huis Israëls? luidt het woord des Heren. Zie, als leem in de hand van de pottenbakker, zo zijt gij in mijn hand, huis Israëls! Het ene ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal uitrukken, afbreken en verdelgen; maar bekeert zich dit volk waarover Ik een uitspraak deed, van zijn boosheid, dan zal Ik berouw hebben over het kwaad dat Ik hun dacht aan te doen. Het andere ogenblik doe Ik over een volk en een koninkrijk de uitspraak, dat Ik het zal bouwen en planten; maar, doet het wat kwaad is in mijn ogen door niet naar mijn stem te horen, dan zal Ik berouw hebben over het goede waarmede Ik had gezegd hun te zullen weldoen. Nu dan, zeg toch tot de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem: Zo zegt de Here: zie, Ik bereid rampspoed over u en beraam tegen u een plan; bekeert u toch een ieder van zijn boze weg en betert uw handel en wandel. Doch zij zeggen: Het baat niet, want wij zullen onze eigen gedachten volgen en een ieder naar de verstoktheid van zijn boos hart handelen.
Hierin liggen denk ik 2 belangrijke lessen in. De eerste is dat God ons vormt naar wat Hij heeft besloten. Wij kunnen geen prachtig kunstwerk van onszelf maken. God heeft alle recht met ons te doen wat Hij wil. Maar dat is niet het hele verhaal. Het tweede is heel bijzonder: Of de pottenbakker van ons een prachtige vaas maakt, of een lompe pot, dat is aan ons! Er staat zelfs dat God berouw zal hebben over wat hij eigenlijk van plan was wanneer wij onze houding naar Hem veranderen. Dan zal Hij onze bestemming veranderen. God wil van iedereen een kunstwerk maken, zoals Hij besluit hoe dat er dan uit ziet. Maar keren we ons tegen Hem, dan mislukt de vaas en maakt hij van ons iets grofs, wat Hij op een andere manier gebruikt. Bijvoorbeeld om Zijn boosheid te laten zien. De farao was arrogant en hard, daarom was hij een perfect middel voor God om Zijn macht te laten zien! Sterker nog, God verhardde zijn hart nog verder om de keuze van de farao verder uit te werken voor Zijn doel. De farao was geen hulpeloos slachtoffer van een boze God, maar hij koos hier zelf voor door zijn eigen hartsgesteldheid.
Andersom geldt het ook gelukkig! Volken en mensen die Hij bestemd heeft voor de ondergang kunnen nog gered worden als ze zich bekeren. Onze voorbestemming ligt niet vast, het wordt aangepast op basis van onze hartsgesteldheid.

Deze vergelijking over de klei en de pottenbakker houdt, zoals alle vergelijkingen, ergens op. Dat wij als klei zijn betekent niet dat we lijdzaam het werk van de pottenbakker moeten ondergaan. Wij zijn klei die zelf mag beslissen of we worden wat de pottenbakker heeft bedacht, of niet. Als het kunstwerk mislukt, ligt dat niet aan de Pottenbakker...
God bestemt mensen voor, maar Hij laat ons de vrije keuze of we die bestemming bereiken.

Wat wij moeten doen is kneedbaar zijn, that's it! God zál je maken tot wat Hij voor jou bedacht heeft. Als je meewerkt en gehoorzaam bent. Wees zacht en kneedbaar, en wees bereid te veranderen in je overtuigingen. Keer terug naar onze Pottenbakker voor een make-over als je deuken oploopt door ongehoorzaamheid. Hij zal je dan weer omvormen naar wat het beste voor je is.

Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

Liefde voor je naaste als jezelf (Liefde deel 3/4)

We zijn deze serie over liefde begonnen (link) met het opbouwen van een definitie. Hierin stelden we dat liefde is...:  "Ik kies te do...