zondag 3 december 2017

Teksten over de doop

Matteüs 28:19-20 
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.

Marcus 16:16 
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.

Lucas 3: 15-16, 21-22
Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de Messias was, maar Johannes zei tegen hen: “Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur...
Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer 30 jaar was.

Johannes 1:33
Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: 'Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.'

Johannes 3:5
“Hoe kan iemand geborden worden als hij al oud is?” vroeg Nikodemos. “Hij kan toch niet voor een tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?”
Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.’

Johannes 3:26,30
(Leerlingen van Johannes tegen Johannes) “Rabbi, de mand ie bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!...
(Antwoord Johannes) “Hij moet groter worden en ik kleiner”.

Johannes 4:1-3
Toen Jezus hoorde dat aan de Farizeeën verteld werd dat hij meer leerlingen maakte en er meer doopte dan Johannes, verliet hij Judea en ging weer naar Galilea.

Handelingen 2:38,41
Petrus antwoordde: 'Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.'...
Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zicht dopen: op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend.

Handelingen 8:34-38
De eunuch vroeg aan Filippus: “Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?” Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Onderwerg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: “Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?” “Als je gelooft met heel je hart, is het toegestaan”. Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte.

Handelingen 16:32-33
Ze verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan iedereen die bij hem woonde. Hoewel het midden in de nacht was, nam hij hen mee en maakte hun wonden schoon. Meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten gedoopt.

Handelingen 18:8
En veel Korinthiërs die Paulus hadden gehoord gingen over tot het geloof en lieten zich dopen.

Handelingen 22:16 
Ananias zei tegen Saulus: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen om je zijn wil bekend te maken, om de Rechtvaardige te zien en hem te horen spreken, want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen verkondigen wat je gezien en gehoord hebt. Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept.

Romeinen 6:3-7
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? Wij zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen zij ook delen in Zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is wettelijk vrij van de zonde.

1 Korintiërs 12:13
Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn.

Galaten 3:26-27 
Want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.

Kolossenzen 2:12
Toen u gedoopt werd, bent u immers met hem begraven, en met hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft opgewekt.

1 Petrus 3:21 
In de ark werden slechts ankele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered. De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus.
Verder artikelen worden geplaatst op mijn website In Goede Grond

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Liefde voor je naaste als jezelf (Liefde deel 3/4)

We zijn deze serie over liefde begonnen (link) met het opbouwen van een definitie. Hierin stelden we dat liefde is...:  "Ik kies te do...